39. Help, ik krijg babykriebels van mijn blog!

Waarom ik een paar maanden geleden begon met mijn blog? Ik hou van schrijven, hoop ooit een boek uit te mogen geven en misschien kan dit het begin zijn. Een andere reden is dat ik het taboe rond onvruchtbaarheid zou kunnen helpen doorbreken en vooral: dat ik mensen zou kunnen warm maken voor pleegzorg. Eén probleem: ik begin zelf ook weer babykriebels te krijgen door het schrijven van mijn blog!

De spanning om de telefoon die elk moment kan rinkelen met de melding dat er een match is met een kindje, leuke spulletjes en kleertjes in huis halen, een hummeltje urenlang kunnen vertroetelen en verzorgen… Ook Lotte vraagt regelmatig of we nog eens voor een baby gaan zorgen. “Maar dan wel eentje die altijd blij is.” zegt ze dan 😉 Er wordt de laatste tijd vaak over gesproken hier in huis. “Niks van!” klinkt het dan uit de richting van het bureau waar Bert zit. Dat is duidelijk haha!

En ik geef het toe hoor, ik ben alles ontzettend aan het romantiseren… Want hoe graag ik ook nog een kindje zou willen helpen, ik besef dat er meer bij komt kijken. Weer constant rekening houden met pampers, papjes en boertjes. En het zijn niet alleen de kinderen die je in huis krijgt. Je hebt dan ook te maken met hun rugzakje en hun ouders. Dat wil ik gewoon allemaal goed kunnen doen en daar is uiteraard tijd en moeite voor nodig. En hoe reageren Robbe en Lotte hier op? Robbe zal zich misschien aan de kant geschoven voelen en Lotte wordt misschien verdrietig als ook dit kindje meer bezoeken heeft met de mama dan zij.

Bert is ook gewoon wat meer realistisch op dat gebied. Hij is alle strubbelingen onderweg nog niet vergeten. Als ik hoor dat er alleen al in onze provincie zo’n 80 kinderen op de wachtlijst staan om in een pleeggezin te komen, ben ik al bijna zo ver om de sprong nog eens te wagen. Bert is van mening dat we het beter bij 2 kunnen houden waar we alles zo goed mogelijk voor proberen te doen en waarbij we onszelf ook nog gelukkig voelen. Hij heeft gelijk… Maar dat geven we niet graag toe hè? Gelukkig is hij geen trouwe lezer van mijn blog en blijft dit onder ons, toch? 😉

16. We falen…

We stonden dus op de lijst voor een tweede pleegkindje… Het ging niet zo snel als bij Lotte, maar na een drietal maanden kregen we toch echt weer dat belangrijke telefoontje! Deze keer voelde het meteen anders… Nu kregen we de vraag of we later die week tijd hadden om te luisteren naar een voorstel rond een pleegplaatsing. Later die week… echt iets voor mij. NOT! Ik wil zulke dingen liefst meteen weten, maar ja, nu zat er niks anders op dan even geduld te hebben.

Op het werk heb ik wel weer meteen verteld dat ik waarschijnlijk binnenkort weer loopbaanonderbreking zou opnemen. Er werd onmiddellijk een affiche in de winkel opgehangen om alvast een vervangster voor mij te zoeken. (Ja ik weet het, het is moeilijk te geloven, maar ik ben vervangbaar 😉 ) Als ik bekenden tegenkwam vertelde ik ook vaak het nieuws dat er waarschijnlijk een tweede kindje zou bijkomen.

Een paar dagen later zaten we daar weer: in onze zetel zenuwachtig te wachten tot de mensen van pleegzorg zouden aanbellen. Dan weer wat ijsberen door het huis, kijken door het raam of er al een auto aan kwam rijden,… Maar toen de bel dan ging, liet ik ze even wachten en deed ik alsof ik nog met van alles bezig was 😀

Ze gingen zitten en vertelden meteen dat het om een complexe plaatsing zou gaan. Het ging om een jongetje van 3 maanden oud. Mijn hart maakte een sprongetje: “Yes, weer een kleintje en een jongetje deze keer!” Ze legden nog een aantal zaken uit over zijn achtergrond, wie zijn ouders waren en ik begreep eigenlijk niet goed wat daar nu zo complex aan was. Omgang met (moeilijke) ouders schrok ons ondertussen echt niet meer af.

Maar dan vertelden ze over zijn gezondheid… Het jongetje had toch wel zware problemen. Ik ga er niet teveel over uitweiden, maar voor ons zouden de zorgen te groot zijn… Ze zochten een gezin die met hem de hele medische mallemolen in zou gaan. We werden er stil van. Dit bedoelden ze dus met complex… We beloofden dat we erover na zouden denken en de volgende dag terug zouden bellen.

Ik was eerlijk gezegd blij dat ze de deur uit waren, want Bert en ik hadden nogal wat te bespreken. We vonden het heel moeilijk om toe te geven, maar dit zagen we echt niet zitten! De vele zorgen voor dit kindje in combinatie met ons werk en ondertussen ook ons Lotte, want daar moesten we ook rekening mee houden. Met dit scenario had ik geen rekening gehouden 😦 Ze hebben het tijdens de selectieprocedure meerdere malen aangehaald: als je denkt dat het niet bij uw gezin past, durf dan ook ‘nee’ te zeggen. Ik heb daar toen nooit verder over nagedacht want ‘nee’ zeggen zou voor ons geen optie zijn.

Maar nu dus toch. Het voelde als falen. Alsof ik dat mannetje die op een gezinnetje lag te wachten ontzettend in de steek liet. Met lood in mijn schoenen belde ik de volgende dag terug naar pleegzorg om hen te vertellen dat we het niet gingen doen. Ze hadden het al verwacht, hadden gezien aan onze gezichten dat we geschrokken waren. Ze hebben zeker 3 keer gezegd dat we ons niet schuldig moeten voelen, maar ik kan je zeggen, het voelde echt niet goed aan 😦

Als ik dit in mijn omgeving vertelde, reageerde men verschillend: mensen die ons begrepen, maar ook mensen die ons veroordeelden.

Zelfs tot op de dag van vandaag denk ik soms nog aan hem. Aan zijn naam, die helemaal onze smaak was. En aan de gedachte dat hij alleen zou zijn… Ondertussen weet ik dat hij in een gezinnetje terecht is gekomen en niks tekort komt.

Nee, dit was even een groot verschil met de blijdschap die we de eerste keer meemaakten, maar ook zulke moeilijke beslissingen horen bij pleegzorg…

Lees hier over het telefoontje dat we de allereerste keer kregen.

12. Waar komt die baby vandaan?!

Ze hadden ons allemaal gewaarschuwd voor gebroken nachten, dus daar waren we op voorbereid. Maar ons dametje sliep de eerste nacht al door van middernacht tot half 6, netjes dus! Ze dronk wel heel traag haar flesjes leeg, daar had ze steeds een dik uur voor nodig, maar voor de rest was het echt een droombaby!

Wat wel jammer was is dat Bert gewoon moest gaan werken, eigenlijk echt niet normaal, maar hij had nergens recht op.

Na een week kreeg ik ineens telefoon van Kind en Gezin. De vrouw snapte er helemaal niks van dat er ineens melding was binnengekomen dat er bij ons een baby’tje woonde en dat ze mij niet gezien had in het ziekenhuis, hoe kon ze dat over het hoofd zien?!

Ik legde haar de situatie uit en toen vroeg ze: “Lukt dat allemaal? Dat is allemaal nieuw, ik ga vandaag nog langskomen!” Ze mocht zeker langskomen want ik was benieuwd hoeveel Lotte was bijgekomen en of alles goed ging, maar verder liep alles perfect, ik kon echt rustig moederen om haar. Omi kwam bijna dagelijks door de sneeuw gefietst om haar kleinkind even te kunnen zien. Ze was er ook toen de verpleegster van Kind en Gezin langs kwam.

Lotte deed het goed en ook ik kreeg complimenten. Ondanks dat ze niet uit mijn buik kwam, werd ik gelukkig toch gezegend met een prima moederinstinct, zei ze 😉

Ik ging dagelijks wandelen met de kinderwagen. En ook in de buurt kreeg ik vragen of tenminste rare blikken toegeworpen. Ze snapten niet waar ineens dat baby’tje vandaan kwam! Enthousiast vertelde ik dan over de weg die we waren ingeslagen. Jammer genoeg waren er ook mensen die heel vrolijk door de winkel riepen: “Oh daar is ze eindelijk, ik vroeg me al af wanneer je moest bevallen!” Thanks bitches… Waarop ik antwoordde: “Dat was van de friet met mayonaise, niet van een baby.” Daarop volgde dan een ongemakkelijke stilte hehe.

De plaatsing van Lotte in ons gezinnetjes is wel ‘anders’ gelopen dan gewoonlijk. Normaal ontmoet je eerst de ouders, maar die hadden we tot nu toe nog altijd niet gezien. Na 2 weken stond er dan toch een afspraak gepland bij de consulent van de jeugdrechter om kennis te maken. Vol zenuwen reden we naar Hasselt, weer bang voor hun reactie… Maar ze waren er niet. De consulent bedankte ons voor het feit dat we haar zo snel hadden kunnen opvangen en we spraken af dat we probeerden een afspraak te maken bij de ouders thuis. Wat leek me dat moeilijk, voor beide partijen.

Een tijd later was het zover: we parkeerden de auto voor hun appartement en praatten onszelf nog wat goede moed in. We hadden ons voorgenomen om ons in hun plaats te stellen, misschien dat dat helpt. Toen ik ze zag had ik toch wel heel veel medelijden, 2 hoopjes ellende vol van verdriet.

Ik heb ze dan gevraagd om foto’s van hen mee te geven zodat we die bij Lotte op haar kamertje konden zetten. Al was het maar om hen het gevoel te geven dat ze altijd een plaats in haar leven zouden hebben. En dat hielp. Ze beseften ook dat als Lotte niet naar ons zou komen, ze wel naar een ander gezin moest, dat ze sowieso niet bij hen kon blijven. Ze zouden haar maandelijks zien op een neutrale plaats.

 

Ondertussen hebben we met hen al veel goede maar ook slechte dingen meegemaakt. Het heeft geen zin om het proberen te begrijpen, dat lukt toch niet. Het is niet altijd een kwestie van niet willen, sommige mensen kunnen nu eenmaal niet en dat hebben we maar te accepteren. Het is onze taak om Lotte een goede thuis te geven, niet om te oordelen over hoe en waarom.

11. We zijn met 3!

29 november 2010. De eerste sneeuw valt. Wat ik toen nog niet wist was dat het de komende weken niet zou stoppen met sneeuwen. Dan maar extra vroeg vertrekken naar het ziekenhuis. Onderweg vroeg ik me weer af of haar ouders er zouden zijn, want ik voelde me best wel schuldig… Ik zou hun kindje mee naar huis nemen, pff dat moet toch moeilijk zijn voor hen. Ik ga niet in detail treden, maar zij kunnen door omstandigheden niet voor hun kinderen zorgen en dat moet hoe dan ook pijn doen.

Daar gingen we dan, voor het eerst op stap met een luiertas die gevuld was met warme kleren. Voor het eerst op stap met een maxicosi. Wat een raar gevoel dat dat lege mandje straks gevuld zou zijn. Het verkeer viel ondanks de sneeuw nog goed mee. Op het afgesproken uur kwamen we daar aan en ze stonden ons al op te wachten. Er was iemand bij van pleegzorg en ook iemand van de sociale dienst van het ziekenhuis. Zij was degene die ons uitlegde dat de ouders het te pijnlijk vonden om ons onder ogen te komen en er dus niet zouden zijn. Iets dat ik wel begreep.

En toen kwam het zinnetje: “Geef jij ze even een badje?” Ik voelde mij rood worden. “Euh ok.” Zei ik twijfelachtig. Ik denk dat ze de twijfel wel zagen want al snel zeiden ze: “Ik zal het even uitgebreid voor doen en dan kan jij dat op uw gemak thuis ook proberen.” Daarna mocht ik haar onze kleertjes aandoen, want de kleertjes die ze aanhad waren van het ziekenhuis. We duffelden haar lekker warm in en zo konden we vertrekken, op naar huis!

Ik heb haar maxicosi achterin de auto gezet en ben er zelf langs gaan zitten, zodat ik de hele terugweg naar haar kon kijken. Ik nam alle details in mij op: de kleine minibultjes op haar neusje, haar lange smalle vingertjes en de geur van zwitsal 🙂

We hebben meteen iedereen opgebeld dat we thuis waren en al snel kwamen ze kijken naar onze mooie meid. De metie mocht haar eerste flesje bij ons thuis geven en toen in de vroege avond mijn ouders kwamen kijken, zou ik haar een flesje geven. Ze wou maar niet drinken en ik begon al lichtjes te panikeren, maar mijn moeder zei: “Ze heeft gewoon geen honger, ze zal het wel aangeven als het zover is.”

Diezelfde avond heeft Bert nog een aantal welkomskaartjes rond gebracht om nog wat mensen op de hoogte te brengen. In het kaartje stond de volgende tekst:

 

Er zullen handen zijn die je dragen

 en armen waarin je veilig bent

 en mensen die je zonder vragen

 zeggen dat je welkom bent.

 

Toen we ’s avonds alleen met haar waren hebben we heel lang bij haar wiegje gestaan. “Wat is ze toch mooi he;” zei Bert. Eindelijk genieten!

%d bloggers liken dit: