Als er één ding is dat ik niet mis uit de babytijd van Lotte en Robbe, is het wel een bezoek aan Kind en Gezin (in Nederland het consultatieureau). In ons geval was er een schat van een verpleegster die mij altijd een goed gevoel gaf omdat ze zei dat zowel ik als de kindjes het heel goed deden.
Ze was ook in positieve zin verbaasd over hoe groot mijn moederinstinct was, al had ik Lotte niet zelf 9 maanden gedragen. Maar de fijne aanpak van die lieve verpleegster woog niet op tegen al die ergernissen die de controles bij Kind en Gezin met zich meebrachten…
Bij een eerste kind gaat alles volgens ‘de regels’.
Hoewel ik dolgelukkig was dat ik met de komst van Lotte eindelijk mocht gaan moederen, kon ik ook heel erg onzeker zijn op dat gebied. Ik denk dat dit bij veel mama’s bekend in de oren zal klinken en vaak worden alle regeltjes van Kind en Gezin klakkeloos nageleefd. Regels die ze zelf om de zoveel tijd weer veranderen trouwens 😉
Ik was op zich vrij gerust hoor, ook niet bang om mijn eigen buikgevoel te volgen, maar de controles bij Kind en Gezin zag ik als een verplichting, dat kwam nog niet in me op om daar niet naartoe te gaan. Hoe dat veranderde bij de komst van Robbe vertel ik dadelijk uitgebreid.
Kindonvriendelijk.
Echt kindvriendelijk is het daar toch niet he. Waar ze zelf aangeven dat rust en regelmaat zo belangrijk is voor je kindje, vragen ze wel om je baby van tevoren zeker een flesje te geven om gehuil van hongerige baby’s te voorkomen. Dan hoef je dus even geen rekening te houden met dat oh zo belangrijke voedingsschema.
Terwijl je juist nog hebt staan worstelen om je kindje aan te kleden, moeten nu de kleertjes weer uit om ze te wegen en meten (in de meest ongemakkelijke houten bak!) Maar de ergste nachtmerrie moest dan nog komen: op bezoek bij de arts…
“Die baby heeft een platte kop…”
Echt waar, als ik het nu zelf teruglees denk ik: “Dat kan toch niet waar zijn?!” We hadden een arts die niet goed Nederlands sprak. Op latere leeftijd gaf dit problemen omdat ze aan Lotte vroeg: “Wo ist die Nase?” en dan vervolgens niet begreep waarom Lotte niet naar haar neusje wees.
Maar het ergste moment gebeurde een jaar ervoor. Onze lieve meid was 6 maanden oud en lag bij de arts op de onderzoekstafel. Er werd wat met haar beentjes geplooid, haar hoofdje werd opgemeten en op dat moment zie ik de arts een vies gezicht trekken en vervolgens zeggen: “Die baby heeft een platte kop!” Het was overduidelijk door de taalbarrière en ze zal het zo niet bedoeld hebben, maar wat schrok ik van die opmerking!
Een helmpje voor Lotte?
Lotte had inderdaad een afplatting van haar hoofdje en er werd gezegd dat het bij de volgende controle wel beter moest zijn. Dat was ook het geval toen ze 9 maanden was en het zou wel in orde komen. Bij de 12 maanden-afspraak vond ze de afplatting toch weer te ernstig en werden we doorgestuurd naar de kinderarts.
Toen we daar terecht konden stuurde hij ons weer door naar de kinderneuroloog in Leuven, want waarschijnlijk moest Lotte een helmpje om haar hoofdje ronder te krijgen. Op het moment dat we daar aan de beurt waren en Lotte al 15 maanden was, kregen we te horen dat ze inderdaad een serieuze afplatting had, maar dat het voor een helmpje ondertussen te laat was…
Van kwaad naar erger.
Bij Robbe gingen de consultaties niet veel beter. Robbe kwam met 5,5 maand bij ons en wij waren op dat moment de vierde plaats in zijn korte leventje waar voor hem gezorgd zou worden. Veel stabiliteit kende hij niet en hij was dan ook erg angstig. Het gebeurde al eens dat ik een afspraak oversloeg omdat ik merkte dat het hem zoveel stress gaf. De verpleegster is dan wel een paar keer thuis komen kijken, dat vond ik dan wel weer heel fijn dat ze dat wilde doen.
Spuitjesdrama.
Voor de inentingen wou ik wel gewoon naar Kind en Gezin gaan. Hij was 12 maanden en daar zat ik tegenover de arts die hem de spuitjes zou geven. Het was op het eerste zicht een lieve vrouw. Jong en onzeker, maar de eerste indruk was goed. Ik was met een hele uitleg bezig dat Robbe zo angstig was en dat hij heel sterk was als hij boos/bang was. Ze lachtte eens en zei: “Mevrouw, het is een baby’tje van een jaar, die zal ik toch wel aankunnen he.” Ik bood nog aan om hem bij mij op schoot te houden zodat ik hem vast kon houden, maar dat was niet nodig.
Paniek bij de dokter.
Tien seconden later zat de ene helft van het vaccin in Robbe zijn armpje en de andere helft zat in mijn haar. Robbe had met al zijn kracht de spuit uit haar handen getrokken terwijl ze de inenting aan het geven was! Vervolgens begon ze in zichzelf te panikeren: “Oh nee, wat moet ik nu doen?! Euhm, wacht ik geef hem er nog eentje…”
Naar de huisarts.
Die dag kreeg Robbe dus anderhalf vaccin en liep ik helemaal verbijsterd naar buiten… Eenmaal thuis belde ik naar de huisarts en ook zij kon haar oren niet geloven. Ik moest hem goed in de gaten houden en langskomen als hij ziek zou worden en bij de inenting van 15 maanden mocht ik bij haar op de praktijk langskomen als ik dat liever wilde… euh ja dus!
Avontuurlijk zijn ze dus wel, die consultaties bij Kind en Gezin 😉 Tegenwoordig mogen de verpleegsters ook zelf de vaccinaties geven en ik kan me voorstellen dat dat een hele verbetering kan zijn in sommige gevallen. Ik ben er in ieder geval niet rouwig om dat Lotte en Robbe te oud zijn om naar Kind en Gezin te gaan 😉
Maakte jij ook zoiets mee daar?
Lees hier over het leed dat waterpokken heet.