81. Wat doet dat nu eigenlijk met mij, geen eigen kinderen hebben?

Jarenlang was ik bezig, zeg maar gerust geobsedeerd, met het krijgen van kinderen. Ik moest en zou zwanger raken. Wat doet dat nu met mij, wetende dat dat na 11 jaar nog steeds niet gelukt is?

Minder dan je zou denken eigenlijk. Voor mij is het goed zoals het is nu. Ik heb de zorg over Lotte en Robbe en dat gat in mijn hart is echt opgevuld. Sommigen zullen het niet graag horen, want het zijn pleegkinderen, ze zijn niet van ons. Dat weet ik echt wel, maar dat neemt niet weg dat ik van hen hou, voor hen zorg en voor hen vecht alsof het mijn eigen kinderen zijn. Volgens de psycholoog heb ik zelfs de drang om dat nog meer te doen dan iemand anders, om aan de buitenwereld te tonen dat ik mee tel als moeder…

Dat gevoel is zo gegroeid, dat was in het begin echt niet zo. Toen Lotte als kleine baby bij ons kwam werd ik er constant mee geconfronteerd dat het een pleegkind was. Vragen over waar wij plotseling een baby vandaan haalden, huisbezoeken van de pleegzorgbegeleider en natuurlijk de bezoeken met de ouders. Tijdens het eerste jaar reed ik iedere keer na een bezoek weer huilend naar huis. Ik deed tijdens het bezoek enorm mijn best om haar papa en mama het gevoel te geven dat ik hun plaats zeker niet wilde innemen. Ik zei dan tegen Lotte: “Ga maar fijn bij mama op schoot, mama zal jou wat fruitpap geven, knuffel maar wat met mama…” Ik denk dat dat er uiteindelijk wel voor heeft gezorgd dat haar ouders mij goed geaccepteerd hebben als pleegmama, maar achteraf was het voor mij toch moeilijk. Ik drukte mezelf eigenlijk constant met mijn neus op de feiten op deze manier.

Toen de plaatsing van Robbe in orde gebracht moest worden bij de jeugdconsulent kwam zijn vooroordeel nogal fel binnen… Waar er bij de plaatsing van Lotte vooral dankbaarheid was dat we ze een warm nestje konden bieden, werden er door de consulent van Robbe harde woorden naar ons hoofd geslingerd. “Ik heb niet graag dat kinderen geplaatst worden bij een koppel dat zelf geen kinderen kan krijgen, die zijn veel te adoptief ingesteld!”

Hij moest eens weten hoe vaak ik mezelf ondertussen al had weggecijferd om de ouders van Lotte een beter gevoel te geven. Omdat ik zag dat dat werkte, zou ik dat er ook voor over hebben om een goede band op te bouwen met de moeder van Robbe. Van pleegzorg kreeg ik al 3 jaar te horen dat ik zo goed was in het ouderschap delen en nu kreeg ik dit over me heen!

Nu is Robbe ruim 4 jaar bij ons en denk ik dat zijn consulent al lang overtuigd is van het feit dat het ons niet te doen was om deze kinderen aan ons toe te eigenen. Dat we alles voor hen doen, kunnen ze alleen maar blij mee zijn, toch? Daar horen ook de moeilijke oudercontacten, sessies bij psychologen en psychiaters bij. Er is nu overigens met deze consulent een fijne samenwerking, voelen ons altijd gehoord en hij lijkt ons serieus te nemen als Robbe zijn pleegouders.

In onze familie- en vriendenkring horen we vaak dat ze het niet anders kunnen voorstellen; Robbe en Lotte horen er gewoon bij. En dat voelt voor ons uiteraard ook zo. Pleegkinderen mogen een kinderwens eigenlijk niet invullen, dat is zo. Maar eerlijk is eerlijk: wij hebben de kinderen nodig om gelukkig te zijn, maar andersom is dat voor hen ook zo. Kunnen we daar dan niet gewoon allemaal vrede mee nemen? Die kinderen hebben genoeg liefde in hun hartjes voor 2 paar papa’s en mama’s hoor! 😉

55. “Ik had jou altijd al gewenst.”

“Ik had jou altijd al gewenst.” Dat zegt Lotte de laatste tijd dikwijls tegen mij. “Ik jou ook, meisje.” zeg ik dan. En hoewel het klinkt als een automatische reactie is het eigenlijk gewoon de enige waarheid.

Nu ik mag zorgen voor Lotte en Robbe kan ik me niet meer inbeelden dat het anders zou zijn. Ik geloof echt dat het ons lot was, voor ons allemaal. Het karakter van Lotte bijvoorbeeld: altijd vrolijk en enthousiast, met haar hart op de tong, maar als ze niet wil luisteren, zal ze ook echt niet luisteren. Haar karakter sluit echt aan aan dat van mij…

En Robbe, ik kan me geen beter broertje voor Lotte voorstellen dan hij. Ze zijn elkaars steun en toeverlaat, halen het beste en jammer genoeg soms ook het slechtste in elkaar naar boven. Lotte is voor Robbe van begin af aan de zekere factor in zijn leven: zij was er en bleef altijd!

Dat Robbe een moeilijke weg aflegde, maakte voor mij de uitdaging alleen maar groter. Wat was het vaak zwaar, maar wat was ik vastberaden om vol te blijven houden, te blijven vechten…

Ook als Lotte niet werd begrepen of als enkel haar fouten werden opgemerkt… gevochten heb ik, zoals een leeuw vecht voor haar welp. Ze zijn in ons nestje terecht gekomen om een eerlijke kans te krijgen. Ik zal er op toezien dat ze alle kansen krijgen die ze verdienen!

Ik verlang niet meer naar een ‘eigen’ kind. Thuiskomen doe ik bij Bert, Lotte en Robbe ❤ Ja, dat heb ik altijd gewenst 😉

38. Eindelijk 2 streepjes!

Ik zeg het maar meteen: dit wordt een eerbetoon aan mijn lieve zus Patty, we noemen elkaar sus… Mijn zus is pas mijn sus geworden toen ik een jaar of 18 was, daarvoor waren we eerder zussen die vaak ruzie maakten en niet veel gemeen hadden…

Nu hebben we eigenlijk nog steeds niet veel gemeen: ik ben slordig en zij is kraaknet, ik heb weinig manieren, zij net wat meer 😉 Onze humor is wel hetzelfde, samen zouden we vast wel volle zalen trekken denk ik 🙂 Maar wat een ellende voor onze mannen die er telkens van kunnen mee ‘genieten’!

We delen lief en leed samen. Toen het bij Bert en mij niet lukte om zwanger te raken, was zij één van de mensen waarbij ik terecht kon met mijn verhaal. We hebben het ook altijd vanzelfsprekend gevonden dat we meter zouden worden van elkaars eerste kindje en dat we getuigen zouden zijn op elkaars huwelijk.

blogzus

Maar ze deed meer…

Als we op dezelfde dag vrij zijn, stuurt één van ons een smsje naar de ander: “Koffie?” Dat gebeurde ook toen ze wist dat ze zwanger was. Het was voor mij gelukkige geen pijnlijke situatie meer omdat we zelf al volop konden genieten van ons Lotte in huis. Maar ze wist dat ik sommige dingen wel miste omdat ik zelf nooit zwanger ben geweest: de eerste schopjes van de baby in je buik, je familie en vrienden het nieuws kunnen brengen dat je zwanger bent en ook een positieve zwangerschapstest in handen krijgen. Ik heb er de afgelopen tien jaar al zoveel gedaan, maar het bleef altijd bij één zielig streepje… Toen ik dus tijdens haar zwangerschap weer bij haar op de koffie kwam, kreeg ik de eer om haar laatste zwangerschapstest te gebruiken met haar urine… Voor sommigen misschien vies, maar ik vond het heel lief, want nu kon ik ook eens een positieve zwangerschapstest in mijn handen houden.

blogtest

Ik kon het ook niet laten om hem op facebook te plaatsen en samen hadden we toch wel lol om de verwarde reacties 😉

Toen het einde van haar zwangerschap naderde, was ik vaak bij haar omdat ik nog thuis was omwille van mijn loopbaanonderbreking en Patty omdat ze met zwangerschapsverlof was. Zo waren we ook op een zondag samen gaan rakken. Haar man Davy zou haar ’s avonds bij ons komen halen, maar het duurde wat langer dan voorzien. We zaten allebei op onze knieën in de zetel met onze armen over de hoofdleuning naar buiten te kijken waar hij bleef. “Oei, het lekt.” zei Patty ineens. Nu hadden we onlangs een lek in ons plafond gemaakt dus ik reageer verbaasd met: “Huh? Hoe kan dat nu lekken? Dat is pas gemaakt!” “Nee, bij mij lekt het, mijn water is gebroken.”

Al vond ik het heel speciaal dat ik erbij was toen dat gebeurde, het was daarna ook heel frustrerend dat ik het tegen niemand mocht zeggen dat ze in het ziekenhuis aan het bevallen was. Nu had ik eens een goede roddel, mocht ik niks zeggen! Aaaah! Pas de volgende dag kreeg ik het telefoontje dat ik meter geworden was van Amy. Wat was ik fier dat ik haar Metie mocht zijn! Het is ook zo’n lieve mooie meid ❤

blogamy

Ik ben ook heel trots op mijn zus om wat ze allemaal al bereikt heeft. Op eigen houtje, zonder steun van thuis uit, heeft ze haar studies af kunnen ronden, waarna ze snel aan de slag kon in de bijzondere jeugdzorg. Een job die ze graag doet, maar die ook niet te onderschatten is en daar bewonder ik haar voor. Dit combineert ze nu met haar huishouden, man en 2 kindjes. Ook onze kinderen zijn (meestal) beste vriendjes. Lotte en Amy schelen een jaar en Robbe scheelt 6 maanden met Sam.

Lieve sus, ik hou van de koffietjes bij elkaar in de keuken, waar we kunnen klagen, zagen, lachen en huilen. Als ik een zus zou mogen kiezen, koos ik zeker toch voor jou!

blogsus

31. November, de maand van de herinneringen.

Elk jaar in november steken de emoties hier wat extra de kop op. Het is nu eenmaal een maand van de vele herinneringen…

De maand die we 7 jaar geleden vol spanning in gingen, vol verwachting van het oh zo belangrijke telefoontje van Pleegzorg Limburg. De maand waarin we elk jaar de verjaardag van ons Lotte vieren op 11 november. Altijd een fijne dag, maar waarop ik ook het dubbel gevoel waarneem bij mijn schoonmoeder die op diezelfde dag haar moeder verloor… Lotte heeft Bomma nooit gekend, maar ze kent wel de verhalen en gaat een paar keer per jaar een bloemetje of een knutselwerkje op het graf zetten. Ik vertel haar dan hoe bijzonder het is dat ze geboren werd op de dag dat Bomma stierf. Ik kan alleen maar hopen dat de komst van onze meid een beetje troost heeft gebracht in die moeilijke periode.

Ik herinner me veel details van die maand: met welke collega’s ik werkte op de dag dat we het telefoontje kregen dat er een kindje voor ons was, welke kleren ik droeg op het moment dat we haar voor het eerst zagen en niet te vergeten die eerste sneeuw waarmee die strenge winter dat jaar begon, veel sneeuw!

Met een gevoel van groot geluk denk ik terug aan de eerste autorit die we met zijn drietjes maakten, van het ziekenhuis waarin ze geboren werd naar ons huis waarin ze op zou groeien. Elk jaar in november ben ik ook blij en dankbaar dat pleegzorg ons een kans gaf in dit avontuur. Hierover schreef ik vorig jaar dit gedicht:

6 jaar geleden nog vol van verdriet,

kindjes krijgen lukte bij ons niet.

Achteraf weet ik: dit heeft zo moeten zijn, 

voor kindjes zorgen, het hoeven daarvoor niet ‘de mijne’ te zijn.

Weten dat je van betekenis bent… 

 voor iemand die je nu door en door kent.           

 Het ouderschap delen, is dat niet zwaar?

  Soms wel, maar vaak ook mooi, eerlijk waar!

  Een tekening van de oudste of van de jongste een kus, 

  Op die momenten weet ik: Daarvoor doe je het dus. 

  Wat toen een vloek leek, lijkt nu een zegen. 

  Daar is de zon en weg is de regen! 

  Na al die jaren heb ik maar van 1 ding spijt: 

 Waarom twijfelden we nog al die tijd?

6 voordelen van pleegmama zijn.

Overal krijg ik te horen hoe nobel we wel niet zijn dat omdat we aan pleegzorg doen. Ik weet niet hoe het voor andere pleegouders is, maar voor mij voelt het soms wel als een egoïstische keuze… Ergens is het toch het vervullen van de wens om voor een kindje te mogen zorgen, of die nu van onszelf is of niet. Ik weet dat het niet hetzelfde is maar het is toch om jezelf beter te voelen, al is het maar omdat je weet dat je van betekenis bent voor een kind. Pleegmama zijn heeft voor mij zeker voordelen!

Je voelt je goed omdat je iets kan betekenen voor de maatschappij. Voor de meeste kinderen is het de beste oplossing om in een pleeggezin terecht te komen als hun ouders niet zelf in staat zijn om voor hen te zorgen. Instellingen waar ze anders terecht zouden komen, doen natuurlijk hun stinkende best voor hen, maar het is niet te vergelijken met de zorgen en de warmte van een gezin. Voor de overheid is het natuurlijk een interessant gegeven dat pleeggezinnen bovendien ook nog eens de goedkoopste oplossingen zijn. Spijtig dat dat niet beloond wordt in de vorm van ouderschapsverlof voor pleegouders…

Je komt situaties tegen waar je van tevoren geen flauw benul van had. Als ik vroeger bepaalde types op straat tegenkwam, had ik al snel mijn oordeel klaar. Ik heb daar vaak nog een handje van aan hoor, maar ik kan toch me toch al beter inbeelden waarom mensen doen zoals ze doen en zijn zoals ze zijn. We kunnen soms hard zijn:”Wat doen ze hun kinderen aan? Waar zit hun verstand?” We denken er meestal niet bij na dat ze zelf misschien ook al veel hebben mee gemaakt en gewoonweg niet weten wat de ‘normale’ manier van doen is binnen een gezin. Ik ben er alleszins mijn blik door gaan verruimen.

Je krijgt er veel voor terug. En dan heb ik het niet over rotzooi, vuile was en veel werk, maar over liefde. Al werd er tijdens de selectieprocedure op gehamerd dat we hier niet teveel op moesten rekenen, omdat niet alle kinderen liefde kunnen teruggeven. Hier is dat echt wel het geval. Ze zijn echt in staat om uit te drukken dat ze hier graag zijn en ons graag zien. Ze vragen knuffels, kusjes en zijn ontzettend dankbaar. Er zit precies echt dubbel zoveel liefde in bij hen want Robbe roept geregeld dat Mammie (zijn echt mama) zijn beste vriend is en Lotte zegt vaak dat haar echte mama de mooiste lange haren ooit heeft 😉 Mooi om te zien dat ze zo loyaal zijn.

Je krijgt toch wel wat respect als pleegouder. Zo ervaar ik het toch wel. Mensen zien hoeveel moeite je doet voor een kind van een ander en ik mag ook wel zeggen dat dat waar is: de dagdagelijkse zorg, de bezoeken met de ouders die je op je vrije momenten doet, hulp inschakelen van buitenaf wanneer dat nodig is, noem maar op. Maar ook van de jeugdrechters en instanties heb ik tot op heden nog geen klagen. We zijn bij elke zitting bedankt voor onze inzet en ze hebben altijd naar onze kant van het verhaal geluisterd. Ik lees vaak andere verhalen, maar zelf zijn we echt alleen nog maar positief benaderd…

Je kan bepaalde dingen bij de ouders leggen 😉 Geen mooi kindje in huis gekregen? Eentje met een eigenwijs karakter? Mensen kunnen nooit zeggen dat ze het van ons hebben! Haha!

Last but not least: Geen traumatische bevalling mee hoeven te maken… Zoals Lotte het zegt: “Ik ga later in het ziekenhuis vragen of er een mama is die niet voor haar kindje kan zorgen en dan neem ik die wel mee naar huis, want anders scheurt mijn poep open!” 🙂 🙂 🙂

Hoewel er tijden zijn die echt niet gemakkelijk zijn, heb ik na bijna 7 jaar echt geen spijt dat ik pleegmama werd!

27. 6 voordelen van pleegmama zijn.

Overal krijg ik te horen hoe nobel we wel niet zijn dat omdat we aan pleegzorg doen. Ik weet niet hoe het voor andere pleegouders is, maar voor mij voelt het soms wel als een egoïstische keuze… Ergens is het toch het vervullen van de wens om voor een kindje te mogen zorgen, of die nu van onszelf is of niet. Ik weet dat het niet hetzelfde is maar het is toch om jezelf beter te voelen, al is het maar omdat je weet dat je van betekenis bent voor een kind. Pleegmama zijn heeft voor mij zeker voordelen!

Je voelt je goed omdat je iets kan betekenen voor de maatschappij. Voor de meeste kinderen is het de beste oplossing om in een pleeggezin terecht te komen als hun ouders niet zelf in staat zijn om voor hen te zorgen. Instellingen waar ze anders terecht zouden komen, doen natuurlijk hun stinkende best voor hen, maar het is niet te vergelijken met de zorgen en de warmte van een gezin. Voor de overheid is het natuurlijk een interessant gegeven dat pleeggezinnen bovendien ook nog eens de goedkoopste oplossingen zijn. Spijtig dat dat niet beloond wordt in de vorm van ouderschapsverlof voor pleegouders…

Je komt situaties tegen waar je van tevoren geen flauw benul van had. Als ik vroeger bepaalde types op straat tegenkwam, had ik al snel mijn oordeel klaar. Ik heb daar vaak nog een handje van aan hoor, maar ik kan toch me toch al beter inbeelden waarom mensen doen zoals ze doen en zijn zoals ze zijn. We kunnen soms hard zijn:”Wat doen ze hun kinderen aan? Waar zit hun verstand?” We denken er meestal niet bij na dat ze zelf misschien ook al veel hebben mee gemaakt en gewoonweg niet weten wat de ‘normale’ manier van doen is binnen een gezin. Ik ben er alleszins mijn blik door gaan verruimen.

Je krijgt er veel voor terug. En dan heb ik het niet over rotzooi, vuile was en veel werk, maar over liefde. Al werd er tijdens de selectieprocedure op gehamerd dat we hier niet teveel op moesten rekenen, omdat niet alle kinderen liefde kunnen teruggeven. Hier is dat echt wel het geval. Ze zijn echt in staat om uit te drukken dat ze hier graag zijn en ons graag zien. Ze vragen knuffels, kusjes en zijn ontzettend dankbaar. Er zit precies echt dubbel zoveel liefde in bij hen want Robbe roept geregeld dat Mammie (zijn echt mama) zijn beste vriend is en Lotte zegt vaak dat haar echte mama de mooiste lange haren ooit heeft 😉 Mooi om te zien dat ze zo loyaal zijn.

Je krijgt toch wel wat respect als pleegouder. Zo ervaar ik het toch wel. Mensen zien hoeveel moeite je doet voor een kind van een ander en ik mag ook wel zeggen dat dat waar is: de dagdagelijkse zorg, de bezoeken met de ouders die je op je vrije momenten doet, hulp inschakelen van buitenaf wanneer dat nodig is, noem maar op. Maar ook van de jeugdrechters en instanties heb ik tot op heden nog geen klagen. We zijn bij elke zitting bedankt voor onze inzet en ze hebben altijd naar onze kant van het verhaal geluisterd. Ik lees vaak andere verhalen, maar zelf zijn we echt alleen nog maar positief benaderd…

Je kan bepaalde dingen bij de ouders leggen 😉 Geen mooi kindje in huis gekregen? Eentje met een eigenwijs karakter? Mensen kunnen nooit zeggen dat ze het van ons hebben! Haha!

Last but not least: Geen traumatische bevalling mee hoeven te maken… Zoals Lotte het zegt: “Ik ga later in het ziekenhuis vragen of er een mama is die niet voor haar kindje kan zorgen en dan neem ik die wel mee naar huis, want anders scheurt mijn poep open!” 🙂 🙂 🙂

Hoewel er tijden zijn die echt niet gemakkelijk zijn, heb ik na bijna 7 jaar echt geen spijt dat ik pleegmama werd!

21. Niet 1 mama en papa, maar 2!

Ondertussen zijn we dus al een aantal jaren pleegouders en kennen we het klappen van de zweep: het contact met de ouders, de huisbezoeken van de pleegzorgbegeleidster en ook de gesprekken met consulenten en jeugdrechters… Ik begrijp dat het niet voor iedereen is weggelegd, maar ondanks deze bijkomstigheden zijn we nog altijd blij dat we ooit aan pleegzorg begonnen zijn.

Ik heb er altijd veel moeite in gestoken om een goed contact te hebben met de ouders van de kindjes. Soms is het niet gemakkelijk hoor. Zij kunnen voor mij als een bedreiging aanvoelen en omgekeerd ben ik die vrouw die hun kind in huis heeft (af)genomen. Ik kan me althans inbeelden dat dat zo gevoeld moet hebben in het begin: dat ik hun kind af heb genomen. Maar op den duur zien ze ook wel in dat het de jeugdrechter is die die beslissing nam, niet ik. En als ze niet bij ons zouden wonen, woonden ze in een ander gezin, niet bij hun ouders. Ik heb hen altijd het gevoel gegeven dat zij meetellen en hoewel het een tijd geduurd heeft, zien ze dat nu wel allemaal in. Zo zorgen we er samen voor dat de kinderen niet tussen 2 vuren in staan.

Een mooi moment was dat we een bezoek hadden met Robbe en zijn mama… In het verleden kroop hij vaak angstig op mijn schoot omdat hij ondertussen meer aan mij gewend was. Een situatie die niet gemakkelijk was voor zijn mama natuurlijk. Ze reageerde daar ook niet bepaald vrolijk op en dat gaf uiteraard nog meer spanningen. Maar door veel geduld langs mijn kant en zeker ook langs die van zijn mama begon Robbe meer en meer op zijn gemak te zijn. De dag dat hij bij het bezoek absoluut aan de hand van mij EN zijn mama wilde stappen, gaf ons de bevestiging dat we goed bezig waren met zijn allen.

Lotte wordt jammer genoeg regelmatig teleurgesteld door haar ouders en dat geeft me soms echt een gevoel van machteloosheid. Ze beseffen echt niet hoeveel verdriet ze ervan heeft, anders zouden ze het wel anders doen. Wij als volwassenen kunnen inzien dat ze het niet opzettelijk doen en dat ze hun eigen problemen hebben, maar voor zo’n kleine meid valt het niet altijd mee. “Komen ze niet omdat ik niet lief ben?” vraagt ze dan… We proberen het zo goed mogelijk op te vangen door haar te troosten en 100x uit te leggen dat het niet aan haar ligt. Maar makkelijk is het niet.

Toen ze 5 jaar werd hebben we voor haar een boekje gemaakt: ‘Het sprookje van baby Lotte.’ Hierin hebben we haar in Jip en Janneke taal uitgelegd waarom haar papa en mama niet voor haar konden zorgen, hoewel ze heel veel van haar houden. Dat de verpleegster en de dokters in het ziekenhuis een papa en mama zouden zoeken die net zoveel van haar houden, maar die ook voor haar konden zorgen. En dat ze de rest van haar leven nog mocht gaan spelen met haar papa en mama tijdens de bezoekjes. Dat ze heeel speciaal was omdat ze niet 1 mama en papa heeft die haar graag zien, maar 2! Trots dat ze was!

Als ze dan ’s avonds tegen je aankruipt en zegt: ”Mama, ik ben zo blij dat de verpleegster jou gevonden heeft,” dan smelt je hoor, ben maar zeker!

luidver

Het zijn mijn hartendiefjes, zie ze staan met zijn tweetjes, ik ben zo trots op hen!

19. Wij blijven bij je!

We waren met de komst van Robbe net zo blij als met die van Lotte, maar voelden toch wel aan dat we voorzichtiger moesten zijn met hem. Onze welkomskaartjes verstuurden we pas na 2 weken, zodat hij de eerste weken niet teveel vreemde gezichten zag. Het was belangrijk dat hij aan ons zou wennen. Ook nu nam ik loopbaanonderbreking, maar deze keer ‘zonder motief’, dat ging niet anders. En paar honderd euro per maand krijg je dan, iets wat ik een half jaar zou opnemen. Ik val misschien in herhaling, maar ik vind het zo jammer dat we geen recht hebben op ouderschapsverlof 😦 In het geval van Robbe was het duidelijk dat hij echt wel even nodig ging hebben om zich aan ons te hechten.

En inderdaad, het ging al vrij snel beter. Hij werd wat rustiger, liet zich goed troosten als hij verdrietig was, werd een beetje angstig als ik uit beeld ging. (dat is een goed teken) De tijd dat ik thuis was met hem was ook genieten hoor. De periode viel juist in de lente en de zomer dus ik heb weer wat afgewandeld met hem. Ook maakte ik snel kennis met de gevolgen om van 1 kindje naar 2 kindjes te gaan… En dat heb ik me toch onderschat! Pittig hoor! Lotte was 3 jaar alleen geweest in ons gezin, dus voor haar was het ook een aanpassing. Oh wat zocht ze de grenzen op! Op het moment dat ik Robbe een andere luier aandeed, stond ze steeds te jengelen: “Mama, wil je mij dragen? Mama, mag ik drinken? Mama, kom je mee spelen?” En dan zei ik: “Nu even niet Lotte, ik moet eerst Robbe een andere luier aandoen.” Zo gezegd zo gedaan, Robbe zijn broek terug aan en toen ik mij omdraaide stond Lotte achter mij. Ze keek naar beneden en ik zag haar met haar sokjes in een plasje staan… “En nu ik”, zei ze dan. “AAAAAAAAAAAHHH!”

Maar ja, dat zijn typische taferelen van een jaloerse kleuter zeker? 😉 Na een tijdje werd ook zij heel zorgzaam voor hem en voelde ze zich trotse grote zus. Robbe werd al snel de grote vriend van Bert. Soms kon hij overdag wat huilerig zijn. (de kleine he, niet Bert, die had dat ’s avonds pas 😀 ) Als Bert dan thuiskwam fleurde hij helemaal op en wou hij naar papa toe. Toen hij wat ouder werd lag hij graag bij hem op zijn buik, friemelde zijn trui omhoog omdat hij genoot van huid op huidcontact. Ja, we waren goed bezig, dit manneke begon te beseffen dat dit zijn thuis was…

En dan moest ik terug gaan werken. Ik werkte 3 hele dagen per week en zag er ook wel naar uit. Bij Lotte was het allemaal goed gekomen, dus nu zou dat ook wel het geval zijn. We besloten hem naar dezelfde kinderopvang te doen, daar waren we immers heel tevreden van toen Lotte daar heen ging.

Maar het viel niet mee. Het ging je helemaal niet. Je wist totaal niet wat er nu weer gebeurde. Een tijd terug heb ik een tekst geschreven over zijn moeilijkheden. Die tekst verwoordt het volgens mij het beste:

Een klein mannetje van nog geen 6 maanden was je toen je bij ons kwam… de bedoeling was dat wij je een warm plekje zouden geven omdat jouw papa en mama dat door omstandigheden niet konden. “Ideaal, zo’n kleintje beseft toch nog niet veel, dus zo groot zal zijn rugzakje niet zijn.” Een uitspraak waarvan mijn nekharen inmiddels overeind gaan staan als iemand dit nu tegen me zegt.

Onze kleine held heeft in zijn eerste half jaar geen blijvende thuis gekregen… Ziekenhuis, instelling, ziekenhuis en ook nog een crisispleeggezin… In de periode dat andere baby’s getroost worden door hun mama of papa, de warmte en rust voelen van een gezinnetje, beetje bij beetje beginnen te beseffen wie er altijd voor hen zijn, werd jij heen en weer geslingerd. Steeds andere verzorgers, een andere omgeving en daarbij de stress en spanningen van de mensen rondom jou.

We wisten dat je een moeilijke start hebt gehad maar we waren ervan overtuigd dat alles is op te lossen met liefde, heel veel liefde.
Een knuffel als je verdrietig was, een liedje als je moeilijk in slaap viel, bij je blijven zodat je zou voelen dat je niet alleen was: we deden het allemaal met plezier.
Je kon ontzettend boos worden, al was je nog zo klein, maar wat was je vaak ook lief en aanhankelijk. Een mannetje met een sterk karakter zeiden we altijd.

Dan kwam het moment dat ik weer moest gaan werken en dat we jou moesten gaan toevertrouwen aan de crèche. Toen bleek toch wel dat het meer was dan een sterk karakter: je kon absoluut niet omgaan met deze grote verandering: je was boos, heel boos! De lieve begeleidsters zaten soms met de handen in het haar, niet wetende hoe ze jou rustig konden krijgen. We snapten er niks van… Nu begrijp ik het maar al te goed: je was alle controle kwijt. Er is op veel plaatsen voor je gezorgd maar je bent nog nooit ergens écht mogen blijven.


Je zocht houvast in de kleinste dingen: bij dat huis staat elke dag een blauwe auto, bij die wei staan 2 paardjes. Maar wat was je in de war als de paardjes er niet stonden, dan was heel de dag om zeep… Je hebt nooit zekerheden gehad en nu was je continu op zoek naar die zekerheden. Wat moet het vermoeiend zijn om constant de gedachte te hebben dat alles en iedereen rondom jou kan wegvallen.

“Maar wij blijven bij je.” Dat zeggen we vaak: “hoe boos je ook bent, wij blijven bij je.” Gelukkig besef je dat nu ook. Hier thuis binnen ons gezinnetje voel je je veilig, je hebt vertrouwen in ons en dat doet ons goed en jou uiteraard ook. We zijn blij dat je ons hebt toegelaten in je kringetje. We zien dat je je kringetje steeds groter durft te maken: opa’s en oma’s, later tantes en nonkels en ook vriendjes en vriendinnetjes. Dat maakt ons trots en geeft ons hoop dat het goed komt. Maar de weg ernaartoe is moeilijk voor je. Zodra je merkt dat je op het punt staat je kringetje groter te maken zien we je kwetsbaar en onzeker worden. En dan ben je weer boos, heel boos! Je begint om je heen te schoppen en te slaan waardoor je mensen soms pijn doet. Maar eigenlijk is het een gevecht met jezelf: het maakt je bang dat diegenen je in de steek zullen laten.

Op school is het weer een hele uitdaging, zowel voor ons, je klas, je juf, maar vooral ook weer voor jou… Ondertussen mogen wij steeds gaan uitleggen wat er ‘mis’ is met jou, wat leidt tot grote frustraties. Mensen lijken niet te snappen dat je nu nog steeds de gevolgen draagt van jouw moeilijke start. Een start zonder veilige hechting. Wat hebben we het zelf ook onderschat hoe belangrijk dat is! Gelukkig zijn de mensen na het horen van jouw verhaal heel bereidwillig om jou erdoor te helpen.

Zo zal je nog veel veranderingen mee maken waarbij je het moeilijk hebt, situaties waarbij je de controle verliest want die horen nu eenmaal bij het leven.

We hebben alle vertrouwen in je want we zien dat je na elk gevecht steeds weer een beetje sterker bent geworden. Het zal niet altijd makkelijk zijn maar je kan op ons altijd rekenen, we zijn trots op jou en we houden van jou!

Wil je lezen hoe het ondertussen met Robbe gaat? 42. Geen monster meer in de klas…

18. Een jongetje!

Kerstmis ging voorbij, geen telefoontje… Nieuwjaar ging voorbij, weer geen telefoontje. Uiteindelijk komt dat moment pas op 7 januari. Weer zeggen ze dat ze later die week willen langskomen om het verhaal te doen van een kindje dat volgens de matching van het pleegzorgteam goed in ons gezin zou passen. Het was wel een complexe plaatsing…

Oh nee, daar hebben we dat woord weer: complex! De laatste keer viel dat echt niet mee. We gingen er al iets voorzichtiger mee om, vertelden het enkel tegen een paar mensen, durfden nog niet echt blij te zijn.

En daar zaten we weer, vol spanning te wachten tot ze zouden aanbellen. Maar ze kwamen maar niet. Weer om de minuut naar buiten kijken, nog eens testen of de deurbel het wel deed. Bert krijgt telefoon: het waren de dames van pleegzorg die zeiden dat er niemand open deed?! Wat blijkt? Ze staan in de juiste straat, bij het juiste nummer, maar de verkeerde gemeente! Ach ja, die spanning kan er ook nog wel bij 😉

Terwijl ze plaatsnemen in de zetel, ben ik in de keuken koffie aan het zetten. Ondertussen beginnen ze aan hun verhaal. Het was weer een jongetje en meteen noemden ze zijn naam… Amai maar liefst 12 lettergrepen! Daar zullen we op moeten oefenen 😉 Vanaf dat moment begon ik mij een beeld te vormen van dat manneke. Een beeld dat achteraf overigens helemaal niet klopte. Hij was op dat moment 4,5 maand oud.

De reden dat het complex was had te maken met de omgang met zijn ouders. Iets waar we niet bang voor waren en ik denk dat ze bij pleegzorg ondertussen ook wel wisten dat we geleerd hebben om niet te oordelen, dat is de job van de rechter. Ze zeiden weer dat we er maar eens over moesten nadenken en moesten terugbellen als we eruit waren. Ik knikte rustig ja, maar dacht ondertussen: “Ik wil hier niet meer over nadenken! Kom maar op!”

Toen ze weg waren bleek gelukkig dat Bert het ook zag zitten. Snel wat familie opbellen, want we waren echt blij! De volgende dag snel aan pleegzorg laten weten dat we ervoor gaan!

Die waren op hun beurt erg blij dat we het avontuur aandurfden. Maar zo rap het bij Lotte ging, zo traag zou het nu gaan. De bedoeling was dat er eerst een kennismaking met de ouders zou zijn maar ook deze keer lukte dat niet. Dus volgde er een plaatsing zonder kennismaking. Het viel me eerlijk gezegd wel tegen dat ook dat niet over 1 nacht ijs zou gaan. Robbe (schuilnaam) zat op dat moment nog in een crisispleeggezin en begon zich daar al wat te hechten… Het was de bedoeling dat we zijn ‘verhuis’ rustig zouden opbouwen. Eens bij het crisispleeggezin op bezoek, dan eens een uurtje bij ons, een dagje, een weekend,… Ik begreep het allemaal wel maar van binnen dacht ik ook: “Waar zijn we mee bezig, het is nog maar een baby, wat weet hij ervan?!”

De eerste keer dat ik hem zag, was ik meteen verliefd, wat een mooi manneke! Het gezin waar hij nu zat was ook ontzettend lief en de samenwerking verliep vlot. Maar de keren dat ik hem ging halen viel het me op dat hij letterlijk paniek in zijn donkerbruine oogjes kreeg vanaf het moment dat ik bij ons thuis de drempel over ging. Hij weende ook veel en ik kreeg hem slecht getroost. Ik begon te begrijpen waarom we die overgang rustig aan moesten laten verlopen, het was duidelijk dat hij niet op zijn gemak was bij ons.

En hoewel ik dat wel voelde, durfde ik dat toen niet goed uit te spreken. We moesten blij zijn, zeggen dat alles goed ging. Zijn hoofdje dat hij ondertussen helemaal had opengekrabt liet gewoon zien hoeveel stress dat kleintje al had 😦 Als hij zich kwaad maakte, spande hij zich zo fel op dat hij recht stond tegen de leuning van de zetel. “Een mannetje met karakter”, grapte ik dan. Maar ik voelde toen al dat er misschien meer aan de hand was…

16. We falen…

We stonden dus op de lijst voor een tweede pleegkindje… Het ging niet zo snel als bij Lotte, maar na een drietal maanden kregen we toch echt weer dat belangrijke telefoontje! Deze keer voelde het meteen anders… Nu kregen we de vraag of we later die week tijd hadden om te luisteren naar een voorstel rond een pleegplaatsing. Later die week… echt iets voor mij. NOT! Ik wil zulke dingen liefst meteen weten, maar ja, nu zat er niks anders op dan even geduld te hebben.

Op het werk heb ik wel weer meteen verteld dat ik waarschijnlijk binnenkort weer loopbaanonderbreking zou opnemen. Er werd onmiddellijk een affiche in de winkel opgehangen om alvast een vervangster voor mij te zoeken. (Ja ik weet het, het is moeilijk te geloven, maar ik ben vervangbaar 😉 ) Als ik bekenden tegenkwam vertelde ik ook vaak het nieuws dat er waarschijnlijk een tweede kindje zou bijkomen.

Een paar dagen later zaten we daar weer: in onze zetel zenuwachtig te wachten tot de mensen van pleegzorg zouden aanbellen. Dan weer wat ijsberen door het huis, kijken door het raam of er al een auto aan kwam rijden,… Maar toen de bel dan ging, liet ik ze even wachten en deed ik alsof ik nog met van alles bezig was 😀

Ze gingen zitten en vertelden meteen dat het om een complexe plaatsing zou gaan. Het ging om een jongetje van 3 maanden oud. Mijn hart maakte een sprongetje: “Yes, weer een kleintje en een jongetje deze keer!” Ze legden nog een aantal zaken uit over zijn achtergrond, wie zijn ouders waren en ik begreep eigenlijk niet goed wat daar nu zo complex aan was. Omgang met (moeilijke) ouders schrok ons ondertussen echt niet meer af.

Maar dan vertelden ze over zijn gezondheid… Het jongetje had toch wel zware problemen. Ik ga er niet teveel over uitweiden, maar voor ons zouden de zorgen te groot zijn… Ze zochten een gezin die met hem de hele medische mallemolen in zou gaan. We werden er stil van. Dit bedoelden ze dus met complex… We beloofden dat we erover na zouden denken en de volgende dag terug zouden bellen.

Ik was eerlijk gezegd blij dat ze de deur uit waren, want Bert en ik hadden nogal wat te bespreken. We vonden het heel moeilijk om toe te geven, maar dit zagen we echt niet zitten! De vele zorgen voor dit kindje in combinatie met ons werk en ondertussen ook ons Lotte, want daar moesten we ook rekening mee houden. Met dit scenario had ik geen rekening gehouden 😦 Ze hebben het tijdens de selectieprocedure meerdere malen aangehaald: als je denkt dat het niet bij uw gezin past, durf dan ook ‘nee’ te zeggen. Ik heb daar toen nooit verder over nagedacht want ‘nee’ zeggen zou voor ons geen optie zijn.

Maar nu dus toch. Het voelde als falen. Alsof ik dat mannetje die op een gezinnetje lag te wachten ontzettend in de steek liet. Met lood in mijn schoenen belde ik de volgende dag terug naar pleegzorg om hen te vertellen dat we het niet gingen doen. Ze hadden het al verwacht, hadden gezien aan onze gezichten dat we geschrokken waren. Ze hebben zeker 3 keer gezegd dat we ons niet schuldig moeten voelen, maar ik kan je zeggen, het voelde echt niet goed aan 😦

Als ik dit in mijn omgeving vertelde, reageerde men verschillend: mensen die ons begrepen, maar ook mensen die ons veroordeelden.

Zelfs tot op de dag van vandaag denk ik soms nog aan hem. Aan zijn naam, die helemaal onze smaak was. En aan de gedachte dat hij alleen zou zijn… Ondertussen weet ik dat hij in een gezinnetje terecht is gekomen en niks tekort komt.

Nee, dit was even een groot verschil met de blijdschap die we de eerste keer meemaakten, maar ook zulke moeilijke beslissingen horen bij pleegzorg…

Lees hier over het telefoontje dat we de allereerste keer kregen.

%d bloggers liken dit: