60. Mamaaaaa

Vandaag vroeg ik mij af of er naast een stappenteller ook een ‘mamateller’ zou bestaan. Toen ik vanmorgen om half 9 de kinderen naar school bracht, zat ik al minstens aan 93x “mamaaaaa…” Gek word ik ervan! Aan de schoolpoort komt Robbe met nummer 94: “Mamaaaaa…” en juist als ik op het punt van ontploffen sta, zegt hij: “love you.” Ik besef dat ik eigenlijk blij zou moeten zijn met dit ‘probleem’. Het zag er jaren naar uit dat niemand mij ooit mama zou noemen. Ik besluit dus maar om ervan te genieten. 😉

Ik kom op het werk aan en na een half uur hoor ik weer “Mamaaaaa…” Net als ik denk dat ik gek word omdat ik dat stemmetje nu ook al in mijn hoofd hoor, sta ik ineens oog in oog met een andere mama, de eigenares van het zeurend jongetje. Ze rolt met haar ogen en zucht. “Jaaaaa…” Zegt ze op dezelfde toon terug. Ik moet stiekem een beetje lachen om mijn lotgenote.

Ondertussen is het weekend en is mijn denkbeeldige mamateller er helemaal klaar voor om overuren draaien. (Terwijl ik dit schrijf komen er 12 bij…)

Fijn weekend allemaal!

Veel liefs, Mamaaaaa

58. Hier ben ik weer!

“Schrijven is mijn hobby en op deze manier kan ik alle zorgen van mij afschrijven.” Dat zeg ik vaak, maar de laatste tijd was zelfs het schrijven er teveel aan. Deze mama moest even een pauze nemen op alle gebieden. 1 februari heb ik met trillende handen naar de dokter gebeld, want de koek was echt op! De stress was me teveel geworden. De laatste tijd is er best wel wat op me af gekomen en steeds voordat ik kon bekomen van de ene gebeurtenis, kwam er weer ander drama bij. Elke dag leven op paracetemol om de hoofdpijn de baas te kunnen en ook mijn eczeem stak weer de kop op. Tijd om aan de noodrem te trekken dus!

Ik ben nu een paar weken thuis van het werk, heb alle afspraken over de kinderen afgezegd of uitgesteld en een afspraak gemaakt bij een psycholoog. De eerste week was ik vooral moe, maar ik kreeg de raad om mijzelf op de eerste plaats te zetten en dingen te doen waar ik blij van werd. Nadat ik mijn slaap had ingehaald, ben ik weer begonnen met mijn hobby’s, ben ik gaan wandelen om mijn hoofd wat leeg te maken en beetje bij beetje werd mijn batterij weer opgeladen.

Ik moet toegeven dat ik een beetje bang was voor de vakantie van de kinderen want die kunnen, hoeveel ik ook van ze hou, mijn batterij in no time weer helemaal op gebruiken… Ik besloot ze om de dag naar de opvang te brengen en ik denk dat dat goed was voor ons allemaal. En hoewel ik de eerste periode helemaal niet aan het werk heb gedacht, begin ik sinds deze week mijn collega’s te missen. Tijd om terug te gaan denk ik zo.

Ik hoop te gaan leren om me minder aan te trekken van wat anderen denken en van zaken waar ik geen invloed op heb. Ik voel me nu goed maar ik weet dat er, vooral met de kinderen en hun situatie, nog moeilijkheden op onze weg zullen komen. Hopelijk heb ik dan weer alle kracht om daarmee om te gaan.

Dit weekend gaan we alleszins genieten van het zonnetje en alleen maar leuke dingen op het programma, zodat we maandag weer vol goede moed op het werk kunnen verschijnen 😊

56. Help! Mijn vrouw heeft een hobby!

Ik ben een creatieve mama. Leuk voor de kindjes die ook vaak mogen knutselen, maar een nachtmerrie voor Bert: ik ben namelijk een verschrikkelijke (huis)vrouw! Ik overdrijf niet als ik zeg dat er vaker strijkkralen worden gestreken dan kleren.

Als ik nog moet opruimen en dweilen, kies ik voor haken… en dat doe ik aan 37 projecten tegelijkertijd, want ik maak zelden iets af. Dat is het nadeel van Facebook en Pinterest: ik zie zoveel ideeën voorbij komen, dat ik elke week aan iets nieuw begin.

Afgelopen zomer dacht ik de oplossing te hebben gevonden: stoppen met haken en starten met naaien. (ja ja, manlief had al even goede hoop 😉 ) Maar nee hoor, kleding naaien werd gewoon nog een extra hobby bovenop alle anderen. Het leverde wel al enkele leuke outfits op voor Lotte.

Op een woensdagnamiddag fijn knutselen met Robbe en Lotte, maar wie denk je dat de fanatiekste is van ons 3? Ik natuurlijk! Zo maakte ik laatst ons gezin uit klei.

Bert had toch liever dat ik met iets anders speelde denk ik… 😉 Sorry Bert, als ik mijn 14 dekentjes, 17 mutsen en 6 vestjes af heb, heb ik weer tijd voor jou… misschien.

52. Teveel is teveel…

Zaterdag 30 december. Ik kom thuis van het werk en ik voel me belabberd. Ik heb hoofdpijn, ben verkouden en niets ging zoals ik wou vandaag. Eén van de drukste dagen van het jaar op het werk, dus het was even tanden bijten… Ik voel dat mijn lichaam mij een halt toe roept, maar ik kan er nog even niet aan toegeven. Zondag moet ik alleen in de voormiddag werken en dan kan ik uitrusten, komt goed… Niet dus!

Om 8u begin ik aan mijn werkdag en om half 9 stond ik al jankend de diepvriespizza’s op te rapen die ik al voor de derde keer had laten vallen. Nu schrikken ze op het werk al niet meer zo gauw van mijn gejank, maar het was duidelijk dat het teveel was. Terug naar huis dan maar. Pyjama aan en rusten maar.

Dat was buiten de kinderen gerekend: “Mama, mag ik een boterham? Mama, krijg ik wat drinken?” Waarop ik zei: “Jullie hebben ook een papa hè, vraag het eens aan hem!” Stomverbaasd keek het tweetal me aan: “Kan die dat ook?!” vraagt Lotte me bloedserieus. Toen ik ook hen trakteerde op een huilbui drong het toch wel tot ze door dat ze me met rust moesten laten 😉

De zetel en mijn bed waren mijn beste vrienden de rest van de dag. Ik schrijf hier altijd alles wel op een luchtige manier neer, maar de gebeurtenissen met de kindjes, de extra oudercontacten hebben toch wel voor heel wat stress gezorgd. Binnenkort is er ook weer een zitting bij de jeugdrechter en dat blijft stiekem toch ook wat onrust geven. En dat kwam er nu dus allemaal uit…

Maar goed, één dag janken en één dag slapen en we konden er weer tegenaan. De verkoudheid is nog niet helemaal weg, maar echt ziek ben ik niet meer. De drukte op het werk is ook geminderd en zo zal alles beetje bij beetje wel weer terug in de plooi vallen. We gaan nog een paar dagen genieten van de kerstvakantie van de kindjes. Al kijken ze er ook heel erg naar uit om weer naar school te gaan. Terug naar de juf, hun vriendjes en ook de regelmaat.

Hopelijk is jullie jaar goed begonnen. Ik wens jullie via deze weg alle dingen toe waarop jullie hopen. Dat alle dromen uit mogen komen! Dikke kus en een snottebel,

Lindsay.

40. Moeders: de grootste leugenaars… omdat het moet.

Liegen: wat heb ik er een hekel aan! En dat weten ze hier thuis ook maar al te goed. Als ze me ergens kwaad om kunnen maken is dat het wel. Maar als we nu eens bij onszelf kijken? Zijn wij zelf eigenlijk niet de grootste leugenaars?

Neem nu Sinterklaas. Ik vind het een zalige periode: het huis ligt vol speculaas en chocolade, lekker warm binnen zitten terwijl de wind buiten ervoor zorgt dat de regen hard tegen de ramen slaat… Maar het beste? “Pas op hoor, want zwarte Piet ziet alles wat jullie doen, ruim dus maar jullie rommel goed op!” We maken ze wijs dat een of andere oude opa (het is werkelijk een medisch wonder zo oud!) nog fit genoeg is om over al die daken te kruipen om aan alle kindjes cadeautjes te geven. (andere oude ventjes die dat doen vliegen voor minder de bak in hoor.) Zwarte Piet kruipt door de schoorstenen om de schoentjes te vullen met wat lekkers. En daar stopt het niet hè, nee, we dikken het nog wat aan: “Leg er maar een suikerklontje bij voor het paard en een lekker pintje voor zwarte Piet.” Hier zijn ze zelfs zo goedgelovig dat ze elke keer datzelfde enige pintje uit de koelkast nemen. Nu levert deze periode voor de kinderen in ieder geval nog wat op: een hoop (veel te duur) speelgoed waarvoor we eigenlijk geen plek in huis hebben.

Wat dacht je van deze? “Wie heeft dat gedaan?! Eerlijk zeggen, dan wordt mama niet boos…” Toen Lotte pas haar naam kon schrijven had ze de muur beklad… met haar naam! Het was dus duidelijk dat zij de dader was. Met haar hoofdje naar beneden stak ze schuldbewust haar vingertje de lucht in. “Waarom doe je dat nu?! Je weet dat dat niet mag, nu is mama heel boos!” De les die Lotte leert: “No way dat ik volgende keer eerlijk ga toegeven dat ik het was!”

Robbe weet sinds kort dat het bedtijd is als de wijzer boven staat. Normaal is dat om 19u, maar soms zeg ik om 18u: “Kijk Robbe, het is tijd om naar bed te gaan.” Erg gemakkelijk die wintertijd, lekker vroeg donker 😉

Tegen de kinderen vertel ik dat ze niet teveel snoepjes mogen eten want dat is ongezond. Totdat ze in bed liggen, dan maak ik me maar druk om één ding: ga ik beginnen met de chips of beter eerst de chocolade? Ook niet echt eerlijk, toch?

En zo is Lotte ervan overtuigd dat zij de stoplichten op groen kan toveren en wel omdat ze elke morgen een groen pilletje voor haar ADHD moet innemen. Ik heb haar dat wijsgemaakt omdat ze in begin moeite had om ze door te slikken. Als we nu wat te lang voor een rood licht staan vraagt ze me twijfelend: “Heb ik mijn pilletje wel gepakt vandaag?” 😀

Eigenlijk moeten we er dus niet van staan te kijken dat onze kinderen niet altijd eerlijk zijn, maar zeg nu zelf: het maakt het leven als mama een stuk gemakkelijker, nietwaar? 😉

29. Het verdriet dat we niet in de hand hebben…

Iedereen die Lotte kent, zegt dat ze zo’n vrolijke gelukkige meid is. Dat is ook zo, dat heb ik al meerdere malen vermeld in mijn blogs. ik heb altijd gezegd dat haar plaatsing heel zorgeloos was: ze is bij ons sinds ze 2 weken oud is, ziet haar ouders zo’n 3 keer per jaar en in principe is er geen sprake van terugkeer naar huis. Ze weet dat ze zowel ons graag mag zien alsook haar papa en mama en dat doet ze ook.

Maar toch… Sinds kort blijkt ze meer ‘last’ te hebben van haar situatie dan we op voorhand verwacht hadden. Het gebeurt spijtig genoeg al eens dat haar ouders er niet zijn op de afgesproken bezoekdagen… Sinds ze een jaar of 5 was, begon ze daar vragen over te stellen: “Vinden ze mij niet lief? Zijn ze daarom niet gekomen?” Vragen die mijn hart deden breken. Om haar gevoelens wat te sparen verzon ik dan een smoesje, dat ze moesten werken of iets dergelijks.

Ondertussen is ze wijs genoeg dat ze begint te beseffen dat ze simpelweg ‘vergeten’ wordt. In het begin maakte dat haar vooral boos, maar nu heeft die boosheid plaats gemaakt voor verdriet. Ze mist haar echte mama, zegt ze. Ik vind het moeilijk. De ouders verwijten maken heeft eigenlijk geen nut, er zit geen kwade wil achter, ze kunnen gewoon niet. Maar ondertussen zit Lotte met de gebakken peren. Ik probeer haar duidelijk te maken dat het echt niet aan haar ligt, maar ik zie dat haar zelfbeeld eronder begint te lijden…

Het zelfzekere meisje is wat onzeker aan het worden en nu durft ze zelfs niet meer 100% zeker van mij te zijn. Ze weet dat ik haar niet in de steek zal laten, “maar wat als je doodgaat?” vraagt ze dan bang… Eerst denk je dat het een fase is, de dood is nu eenmaal een interessant gegeven op een bepaalde leeftijd. maar bij Lotte gaat het verder: op school tekent ze een ‘oude mama’ die doodgaat. Ze wil zelf geen mama worden, want als zij mama wordt, word ik oma en oma’s gaan dood.

Gelukkig wordt ze door de pleegzorgbegeleidster goed opgevolgd en samen houden we in de gaten of verdere hulp nodig zal zijn. Voor nu proberen we haar zoveel mogelijk gerust te stellen, dat ze gewoon lekker bij ons blijft. Dat is soms toch moeilijk hoor, dat ze verdriet hebben door iets waar je geen controle over hebt. Ik voel me dan ook echt machteloos.

Ik denk dat we vooral blij moeten zijn dat ze haar gevoelens uit, alles durft te zeggen. Dat heb ik haar ook verteld: dat je soms verdrietig kan worden om over sommige dingen te praten, maar dat anders het verdriet aan je hartje blijft plakken en dat willen we natuurlijk niet. Ik zie dat de gesprekjes haar deugd doen en dat ze daarna ook weer snel de vrolijke Lotte wordt die zo heerlijk kan dansen en zingen en dat zien we natuurlijk het liefst 🙂

 

14. Ouderschap delen.

Ze groeide op tot een vrolijke meid, want dat is ze echt. Een meisje dat zingend wakker wordt, dat danst telkens ze muziek hoort en zeker 10 maal op een dag komt duidelijk maken dat ze me graag ziet: met een kusje, een knuffel of I love you mama! Vanaf het moment dat we haar in huis kregen, ben ik veranderd, ik had het gevoel dat ik nu pas meetelde. Eigenlijk erg dat ik dat moet zeggen, maar zo voelde het voor mij aan, misschien omdat ik zo’n belangrijke taak had gekregen. Ik zie haar als mijn eigen kindje en hou onvoorwaardelijk van haar, maar heb ook geleerd hoe ik het moederschap moet delen. Ze heeft nu eenmaal al een moeder. Ik moet eerlijk zeggen dat ik dat het eerste jaar niet gemakkelijk vond. Vooral op de terugweg naar huis als ze bij haar mama was geweest werd ik weer met beide voeten op de grond gezet: ik ben haar pleegmama.

Tijdens de selectieprocedure werd het feit dat we zelf geen kindjes konden krijgen gezien als een minpunt voor ons, omdat we misschien te ‘adoptief’ ingesteld zouden zijn. Ondertussen weet ik wel beter: het is juist onze kracht geworden. Ik gebruik mijn verdriet om mij te kunnen inleven in het verdriet van de ouders. Wat ook de reden is waarom de kinderen niet bij hen kunnen opgroeien, het moet hen verdrietig maken. Ik maakte er mijn sterkte van om hen het gevoel te geven dat ze nog meetelden als papa en mama. Dat zat in kleine dingetjes zoals: tijdens de bezoeken kleertjes aandoen die ze ooit van hen gekregen had, de fruitpapjes proberen te ‘plannen’ tijdens het bezoek, zodat mama dat ook eens kon geven en toen ze wat groter was, moest ze aan haar mama vragen of ze oorbelletjes mocht. (Ik wist zeker dat het antwoord ‘ja’ zou zijn hoor 😉 )

Het zorgde voor een betere band tussen ons en Lotte zou niet het gevoel krijgen dat ze moet ‘kiezen’. Rust is wat ik wilde voor haar, dat ze van ons allebei mag houden. Wat ik heel belangrijk vind is dat ze weet dat ze gewenst is en dat ze zich speciaal voelt, dat ze gezegend is met een dubbele portie liefde!

Lotte deed het goed, ze kroop met 11 maanden, zette haar eerste stapjes toen ze 14 maanden was. Ik heb een jaar loopbaanonderbreking genomen om bij haar te zijn. Ik was er elke dag en bij wie zette ze haar eerste stapjes toen ik weer ging werken? Bij Bert! Ik kwam thuis van het werk en we zouden daarna naar de verjaardag van een vriendin gaan. In de auto zegt Bert heel droog: “Oh ja, ze heeft een paar stapjes gezet.” Ik draai mij om en zeg: “Wat?! En dat zeg je nu pas?!” We komen op het verjaardagsfeestje van Brechje aan en ik vertel aan mijn vriendinnen dat ze kan stappen. “Oh echt?” zegt Tine “Kom eens hier Lotte, kom maar.” En jawel hoor, daar ging ze. Uiteindelijk nam ze dan ook maar even de moeite om naar mij toe te stappen 😉 De deugniet, wat maakte ze me trots!

 

%d bloggers liken dit: