50. Hoe het nu met Lotte gaat…

Na mijn post over ons verdrietig meisje heb ik van jullie veel lieve reacties ontvangen, waarvoor veel dank. Nu krijg ik her en der de vraag hoe het ondertussen met haar gaat, dus vandaar nog even een berichtje om te laten weten dat het alweer wat beter gaat met Lotte.

Vrijdagavond was ze nog best verdrietig en op een rustig moment kwam ze bij mij zitten en vroeg ze wanneer ze nog eens mocht fietsen. “Ik wil nog meer oefenen, want ik wil heel goed worden in fietsen, supergoed!” Ik zeg haar dat het veel te slecht weer is en dat we dat nog wel eens doen als het droog en warm is buiten. Maar ze blijft door zeuren. Ik zeg: “Lotte toch, waarom wil je nu zo graag fietsen?!” Ze antwoordt: “Als mijn mama niet met de bus naar mij komt, dan ga ik wel op de fiets naar haar…” Het breekt mijn hart, ze is er toch echt wel mee bezig 😦 Ik vertel haar dat dat echt niet gaat, haar mama woont ook veel te ver weg.

Afgelopen weekend kwamen de praatjes weer terug. Toen ze weer kwam knuffelen, dacht ik dat ze verdrietig was. Ik vraag haar: “Is er misschien iets dat ik kan doen meisje? Zodat je je beter voelt?” Antwoordt ze: “Ik denk dat een snoepje wel zal helpen ja.” Deugniet! Maar liever zo, dan verdrietig. Ook op school heeft ze de nodige afleiding en wordt ze heel goed opgevangen, echt fijn! Bovendien is het een fijne week met als afsluiter morgen het kerstfeestje.

Het hartje lijkt voor nu dus weer gelijmd en hopelijk blijft dat zo. Waarschijnlijk komt er binnen een week weer een post over haar ondeugende streken 😉 Op naar een fijne kerstvakantie voor Robbe en Lotte zou ik zeggen. (Mama gaat ondertussen nog wel wat werken 😉 )

 

hier lees je waarom ze zo verdrietig was.

48. “Ik denk 100x aan mama, maar mama denkt 0x aan mij…”

Het is een moeilijk bericht vandaag… Ben constant mijn woorden aan het wikken en wegen, wil mijn gevoel kwijt, maar besef ook dat er veel mensen meelezen. Zou ik het wel online gooien of toch beter niet? Als ik een eerlijk beeld van pleegzorg wil geven, moet ik wel, want ook dit hoort er bij…

Gisteren was het bezoekdag voor Lotte. Ze ziet haar ouders een paar keer per jaar en gisteren was het dan zover. Hoewel het lang niet altijd goed gaat, blijft ze er ontzettend naar uit kijken. ’s Morgens wordt ze na een goede nacht wakker en ze begint meteen over het bezoek. “Mag ik straks Lindsay tegen jou zeggen, dan zeg ik tegen mijn echte moeder ‘mama’?”  Hoewel het me een beetje raakt zeg ik haar dat het altijd goed is, dat zij mag kiezen wat ze wil zeggen. “Ja, want jij bent mijn echte mama niet!” Slik… ze begint wat gemeen te worden zo op de vroege morgen. Maar ik zet mijn knop om en probeer me in haar plaats in te leven. Het is voor haar ook niet gemakkelijk. En hoewel ik het mooi vind dat ze zo loyaal is naar haar ouders, weet ik dat haar beeld van hen niet realistisch is. En spijtig genoeg gaat ze ook de realiteit moeten leren, beseffen waarom ze bij ons woont en niet bij haar ouders.

Ik krijg na school een briefje mee van haar juf dat ze een moeilijke dag heeft gehad, waarschijnlijk last van spanningen. Een paar uur later zitten we in de auto onderweg naar de dienst van Pleegzorg. Vol verwachting gaan we naar binnen, tenminste Lotte, want ik ben al wat op mijn hoede…

De pleegzorgbegeleidster schud haar hoofd al om mij duidelijk te maken dat haar papa en mama er niet zijn. Eenmaal in de bezoekruimte vertelt ze Lotte het slechte nieuws. Lotte reageert amper, is bezig met al het speelgoed dat ze ziet en wil spelen. Na een half uurtje probeert de pleegzorgbegeleidster haar uit te leggen dat ze verdrietig en boos mag zijn, maar dat het vooral niet de schuld van Lotte is. Echt veel reactie komt er nog niet, alleen dat ze het een beetje jammer vindt.

Eenmaal thuis, op een rustig moment geeft ze aan Bert en mij toe dat ze wel heel verdrietig is: “Ik had vandaag wel 100x aan mijn mama gedacht en ze heeft 0x aan mij gedacht…” Arm kind, weer die teleurstelling! Ik voel me machteloos omdat ik er niks aan kan doen. Ik weet dat kwaad worden geen zin heeft, haar ouders zullen het echt niet met kwade bedoelingen doen, maar op zo’n moment is het voor mij toch moeilijk om geen boosheid te voelen. Ja, we zullen het opvangen en ja, we gaan haar troosten, maar hoeveel veerkracht moeten we verwachten van zo’n meisje?!

fb1

Vanmorgen gaf ze aan dat ze er niet meer over wou praten en gelukkig was er op school een hoop afleiding omdat er verschillende activiteiten waren vandaag. Ze zijn op school ook op de hoogte en samen proberen we haar zo goed mogelijk op te vangen. In het begin van ons pleegzorgavontuur was het mijn droom om een fijne samenwerking te hebben met de ouders en ik hoef mezelf niets kwalijk te nemen, ik heb 7 jaar heel veel inspanningen gedaan om zoveel mogelijk bezoekmomenten te hebben voor onze lieve meid, want dat verdient ze echt. Spijtig genoeg is voor sommige mensen gewoon geen hulp genoeg en kan ik alleen maar hopen dat het ooit beter wordt.

Gelukkig is Lotte een vrolijke meid en hoop ik dat ze genoeg over haar verdriet praat, want ik heb haar geleerd dat haar ‘verdrietjes’ anders aan haar hartje blijven plakken.

 

Lees ook hoe Lotte in ons leven kwam:

8. HET telefoontje!                                   9. Daar is ze dan!

10. Onze laatste dag kinderloos           11. We zijn met 3!

 

31. November, de maand van de herinneringen.

Elk jaar in november steken de emoties hier wat extra de kop op. Het is nu eenmaal een maand van de vele herinneringen…

De maand die we 7 jaar geleden vol spanning in gingen, vol verwachting van het oh zo belangrijke telefoontje van Pleegzorg Limburg. De maand waarin we elk jaar de verjaardag van ons Lotte vieren op 11 november. Altijd een fijne dag, maar waarop ik ook het dubbel gevoel waarneem bij mijn schoonmoeder die op diezelfde dag haar moeder verloor… Lotte heeft Bomma nooit gekend, maar ze kent wel de verhalen en gaat een paar keer per jaar een bloemetje of een knutselwerkje op het graf zetten. Ik vertel haar dan hoe bijzonder het is dat ze geboren werd op de dag dat Bomma stierf. Ik kan alleen maar hopen dat de komst van onze meid een beetje troost heeft gebracht in die moeilijke periode.

Ik herinner me veel details van die maand: met welke collega’s ik werkte op de dag dat we het telefoontje kregen dat er een kindje voor ons was, welke kleren ik droeg op het moment dat we haar voor het eerst zagen en niet te vergeten die eerste sneeuw waarmee die strenge winter dat jaar begon, veel sneeuw!

Met een gevoel van groot geluk denk ik terug aan de eerste autorit die we met zijn drietjes maakten, van het ziekenhuis waarin ze geboren werd naar ons huis waarin ze op zou groeien. Elk jaar in november ben ik ook blij en dankbaar dat pleegzorg ons een kans gaf in dit avontuur. Hierover schreef ik vorig jaar dit gedicht:

6 jaar geleden nog vol van verdriet,

kindjes krijgen lukte bij ons niet.

Achteraf weet ik: dit heeft zo moeten zijn, 

voor kindjes zorgen, het hoeven daarvoor niet ‘de mijne’ te zijn.

Weten dat je van betekenis bent… 

 voor iemand die je nu door en door kent.           

 Het ouderschap delen, is dat niet zwaar?

  Soms wel, maar vaak ook mooi, eerlijk waar!

  Een tekening van de oudste of van de jongste een kus, 

  Op die momenten weet ik: Daarvoor doe je het dus. 

  Wat toen een vloek leek, lijkt nu een zegen. 

  Daar is de zon en weg is de regen! 

  Na al die jaren heb ik maar van 1 ding spijt: 

 Waarom twijfelden we nog al die tijd?

29. Het verdriet dat we niet in de hand hebben…

Iedereen die Lotte kent, zegt dat ze zo’n vrolijke gelukkige meid is. Dat is ook zo, dat heb ik al meerdere malen vermeld in mijn blogs. ik heb altijd gezegd dat haar plaatsing heel zorgeloos was: ze is bij ons sinds ze 2 weken oud is, ziet haar ouders zo’n 3 keer per jaar en in principe is er geen sprake van terugkeer naar huis. Ze weet dat ze zowel ons graag mag zien alsook haar papa en mama en dat doet ze ook.

Maar toch… Sinds kort blijkt ze meer ‘last’ te hebben van haar situatie dan we op voorhand verwacht hadden. Het gebeurt spijtig genoeg al eens dat haar ouders er niet zijn op de afgesproken bezoekdagen… Sinds ze een jaar of 5 was, begon ze daar vragen over te stellen: “Vinden ze mij niet lief? Zijn ze daarom niet gekomen?” Vragen die mijn hart deden breken. Om haar gevoelens wat te sparen verzon ik dan een smoesje, dat ze moesten werken of iets dergelijks.

Ondertussen is ze wijs genoeg dat ze begint te beseffen dat ze simpelweg ‘vergeten’ wordt. In het begin maakte dat haar vooral boos, maar nu heeft die boosheid plaats gemaakt voor verdriet. Ze mist haar echte mama, zegt ze. Ik vind het moeilijk. De ouders verwijten maken heeft eigenlijk geen nut, er zit geen kwade wil achter, ze kunnen gewoon niet. Maar ondertussen zit Lotte met de gebakken peren. Ik probeer haar duidelijk te maken dat het echt niet aan haar ligt, maar ik zie dat haar zelfbeeld eronder begint te lijden…

Het zelfzekere meisje is wat onzeker aan het worden en nu durft ze zelfs niet meer 100% zeker van mij te zijn. Ze weet dat ik haar niet in de steek zal laten, “maar wat als je doodgaat?” vraagt ze dan bang… Eerst denk je dat het een fase is, de dood is nu eenmaal een interessant gegeven op een bepaalde leeftijd. maar bij Lotte gaat het verder: op school tekent ze een ‘oude mama’ die doodgaat. Ze wil zelf geen mama worden, want als zij mama wordt, word ik oma en oma’s gaan dood.

Gelukkig wordt ze door de pleegzorgbegeleidster goed opgevolgd en samen houden we in de gaten of verdere hulp nodig zal zijn. Voor nu proberen we haar zoveel mogelijk gerust te stellen, dat ze gewoon lekker bij ons blijft. Dat is soms toch moeilijk hoor, dat ze verdriet hebben door iets waar je geen controle over hebt. Ik voel me dan ook echt machteloos.

Ik denk dat we vooral blij moeten zijn dat ze haar gevoelens uit, alles durft te zeggen. Dat heb ik haar ook verteld: dat je soms verdrietig kan worden om over sommige dingen te praten, maar dat anders het verdriet aan je hartje blijft plakken en dat willen we natuurlijk niet. Ik zie dat de gesprekjes haar deugd doen en dat ze daarna ook weer snel de vrolijke Lotte wordt die zo heerlijk kan dansen en zingen en dat zien we natuurlijk het liefst 🙂

 

21. Niet 1 mama en papa, maar 2!

Ondertussen zijn we dus al een aantal jaren pleegouders en kennen we het klappen van de zweep: het contact met de ouders, de huisbezoeken van de pleegzorgbegeleidster en ook de gesprekken met consulenten en jeugdrechters… Ik begrijp dat het niet voor iedereen is weggelegd, maar ondanks deze bijkomstigheden zijn we nog altijd blij dat we ooit aan pleegzorg begonnen zijn.

Ik heb er altijd veel moeite in gestoken om een goed contact te hebben met de ouders van de kindjes. Soms is het niet gemakkelijk hoor. Zij kunnen voor mij als een bedreiging aanvoelen en omgekeerd ben ik die vrouw die hun kind in huis heeft (af)genomen. Ik kan me althans inbeelden dat dat zo gevoeld moet hebben in het begin: dat ik hun kind af heb genomen. Maar op den duur zien ze ook wel in dat het de jeugdrechter is die die beslissing nam, niet ik. En als ze niet bij ons zouden wonen, woonden ze in een ander gezin, niet bij hun ouders. Ik heb hen altijd het gevoel gegeven dat zij meetellen en hoewel het een tijd geduurd heeft, zien ze dat nu wel allemaal in. Zo zorgen we er samen voor dat de kinderen niet tussen 2 vuren in staan.

Een mooi moment was dat we een bezoek hadden met Robbe en zijn mama… In het verleden kroop hij vaak angstig op mijn schoot omdat hij ondertussen meer aan mij gewend was. Een situatie die niet gemakkelijk was voor zijn mama natuurlijk. Ze reageerde daar ook niet bepaald vrolijk op en dat gaf uiteraard nog meer spanningen. Maar door veel geduld langs mijn kant en zeker ook langs die van zijn mama begon Robbe meer en meer op zijn gemak te zijn. De dag dat hij bij het bezoek absoluut aan de hand van mij EN zijn mama wilde stappen, gaf ons de bevestiging dat we goed bezig waren met zijn allen.

Lotte wordt jammer genoeg regelmatig teleurgesteld door haar ouders en dat geeft me soms echt een gevoel van machteloosheid. Ze beseffen echt niet hoeveel verdriet ze ervan heeft, anders zouden ze het wel anders doen. Wij als volwassenen kunnen inzien dat ze het niet opzettelijk doen en dat ze hun eigen problemen hebben, maar voor zo’n kleine meid valt het niet altijd mee. “Komen ze niet omdat ik niet lief ben?” vraagt ze dan… We proberen het zo goed mogelijk op te vangen door haar te troosten en 100x uit te leggen dat het niet aan haar ligt. Maar makkelijk is het niet.

Toen ze 5 jaar werd hebben we voor haar een boekje gemaakt: ‘Het sprookje van baby Lotte.’ Hierin hebben we haar in Jip en Janneke taal uitgelegd waarom haar papa en mama niet voor haar konden zorgen, hoewel ze heel veel van haar houden. Dat de verpleegster en de dokters in het ziekenhuis een papa en mama zouden zoeken die net zoveel van haar houden, maar die ook voor haar konden zorgen. En dat ze de rest van haar leven nog mocht gaan spelen met haar papa en mama tijdens de bezoekjes. Dat ze heeel speciaal was omdat ze niet 1 mama en papa heeft die haar graag zien, maar 2! Trots dat ze was!

Als ze dan ’s avonds tegen je aankruipt en zegt: ”Mama, ik ben zo blij dat de verpleegster jou gevonden heeft,” dan smelt je hoor, ben maar zeker!

luidver

Het zijn mijn hartendiefjes, zie ze staan met zijn tweetjes, ik ben zo trots op hen!

4. Alleen via IVF…

Dat moment dat we een pauze moesten inlassen en we daar beide best verdrietig over waren, besloten we dat we het gingen vertellen aan mijn schoonouders. Mijn schoonvader reageerde heel zenuwachtig met grapjes en mijn schoonmoeder was heel begripvol en vertelde meteen dat het bij hen ook niet altijd van een leien dakje verliep. Daar had ik op dat moment wel even nood aan: iemand die inzag dat het ons verdrietig maakte. Tussendoor leek ik ook wel op te vangen dat ze het tegelijkertijd ook wel leuk en spannend vond, want ook voor haar zou er wat te gebeuren staan: oma worden.

Toen was het tijd voor de onderzoeken, iets waar we allebei niet echt naar uitkeken, we vonden het echt verschrikkelijk! Bert is geen prater en ik ben ontzettend preuts! We kregen allebei wat onderzoeken en viel ons dat tegen! Wist je die potjes veel te smal zijn en mijn trui die ik die dag droeg veel te kort! Hopelijk is alles goed, want die medische mallemolen is precies niet echt weggelegd voor ons.

En dan mag je terug voor de uitslag… die was niet goed: bij ons beiden was er een probleem om zwanger te raken. Het waren harde woorden: enkel via IVF zouden we kans maken. Dat zag ik echt niet zitten en Bert was er al veel langer klaar mee. We maakten constant ruzie omdat het ons zoveel stress gaf. Ergens was het een geruststelling dat de ‘schuld’ niet bij 1 van ons lag, maar bij allebei, zo zouden we elkaar alvast geen verwijten maken.

We maakten vrijwel meteen de beslissing om niet te beginnen met IVF en dat bracht ons wel rust. Maar we wilden nog steeds graag een kindje! We lieten het even voor wat het was, maar ik hoopte stiekem nog steeds op een wondertje. Om ons heen kregen we steevast het advies dat we er niet zoveel mee moesten bezig zijn, dan kwam het vanzelf goed. Voor iedereen die te maken heeft met koppels die moeilijk zwanger raken: ZEG DIT NOOIT! Het gaf mij het gevoel dat ze vonden dat het onze eigen schuld was, omdat we er teveel aan dachten. Achteraf besef ik natuurlijk dat iedereen het goed bedoelde.

En hoewel we in onze vriendengroep de eerste waren om ons eigen huis te kopen, aan kinderen te beginnen, bleven onze vrienden natuurlijk ook niet stilzitten… Toen Tine en Dieter gingen trouwen, wist ik dat ze daarna ook voor een kindje zouden gaan, want ook zij hadden een grote kinderwens. Toen ze niet lang na hun prachtig trouwfeest een berichtje stuurde met de vraag of ze langs mochten komen, wist ik eigenlijk al wel hoe ver het was. Ik zie ze daar nog zitten in onze living, op van de zenuwen, bang om het te vertellen. Iets waar ik me nu nog schuldig over kan voelen. Eens het hoge woord eruit was, barstte ik in tranen uit, al had ik me op voorhand voorgenomen om me in te houden. Ik bleef maar zeggen dat ik blij voor hen was maar dat ik er niks aan kon doen dat het me tegelijkertijd ook pijn deed. Ik vond het wel heel lief dat ze de moeite deden om het ons persoonlijk te vertellen, onder ons viertjes, zonder de rest van onze vriendengroep. Nu kon ik me voorbereiden op het moment dat ze het in de groep gingen vertellen. Daar ging het uiteindelijk een stuk beter, al voelde ik de blikken van de rest terwijl ze dachten: “Ocharme Bert en Lindsay.”

We hebben toch wel veel steun gehad van onze familie en vrienden. Ik heb er dan ook geen moment spijt van gehad dat we er zo open over zijn geweest. Ik moet er niet aan denken dat Bert en ik dat voor onszelf hadden moeten houden. Ik vrees dat onze relatie daar niet tegen bestand geweest zou zijn.

 

4. Alleen via IVF.

Dat moment dat we een pauze moesten inlassen en we daar beide best verdrietig over waren, besloten we dat we het gingen vertellen aan mijn schoonouders. Mijn schoonvader reageerde heel zenuwachtig met grapjes en mijn schoonmoeder was heel begripvol en vertelde meteen dat het bij hen ook niet altijd van een leien dakje verliep. Daar had ik op dat moment wel even nood aan: iemand die inzag dat het ons verdrietig maakte. Tussendoor leek ik ook wel op te vangen dat ze het tegelijkertijd ook wel leuk en spannend vond, want ook voor haar zou er wat te gebeuren staan: oma worden.

Toen was het tijd voor de onderzoeken, iets waar we allebei niet echt naar uitkeken, we vonden het echt verschrikkelijk! Bert is geen prater en ik ben ontzettend preuts! We kregen allebei wat onderzoeken en viel ons dat tegen! Wist je die potjes veel te smal zijn en mijn trui die ik die dag droeg veel te kort! Hopelijk is alles goed, want die medische mallemolen is precies niet echt weggelegd voor ons.

En dan mag je terug voor de uitslag… die was niet goed: bij ons beiden was er een probleem om zwanger te raken. Het waren harde woorden: enkel via IVF zouden we kans maken. Dat zag ik echt niet zitten en Bert was er al veel langer klaar mee. We maakten constant ruzie omdat het ons zoveel stress gaf. Ergens was het een geruststelling dat de ‘schuld’ niet bij 1 van ons lag, maar bij allebei, zo zouden we elkaar alvast geen verwijten maken.

We maakten vrijwel meteen de beslissing om niet te beginnen met IVF en dat bracht ons wel rust. Maar we wilden nog steeds graag een kindje! We lieten het even voor wat het was, maar ik hoopte stiekem nog steeds op een wondertje. Om ons heen kregen we steevast het advies dat we er niet zoveel mee moesten bezig zijn, dan kwam het vanzelf goed. Voor iedereen die te maken heeft met koppels die moeilijk zwanger raken: ZEG DIT NOOIT! Het gaf mij het gevoel dat ze vonden dat het onze eigen schuld was, omdat we er teveel aan dachten. Achteraf besef ik natuurlijk dat iedereen het goed bedoelde.

En hoewel we in onze vriendengroep de eerste waren om ons eigen huis te kopen, aan kinderen te beginnen, bleven onze vrienden natuurlijk ook niet stilzitten… Toen Tine en Dieter gingen trouwen, wist ik dat ze daarna ook voor een kindje zouden gaan, want ook zij hadden een grote kinderwens. Toen ze niet lang na hun prachtig trouwfeest een berichtje stuurde met de vraag of ze langs mochten komen, wist ik eigenlijk al wel hoe ver het was. Ik zie ze daar nog zitten in onze living, op van de zenuwen, bang om het te vertellen. Iets waar ik me nu nog schuldig over kan voelen. Eens het hoge woord eruit was, barstte ik in tranen uit, al had ik me op voorhand voorgenomen om me in te houden. Ik bleef maar zeggen dat ik blij voor hen was maar dat ik er niks aan kon doen dat het me tegelijkertijd ook pijn deed. Ik vond het wel heel lief dat ze de moeite deden om het ons persoonlijk te vertellen, onder ons viertjes, zonder de rest van onze vriendengroep. Nu kon ik me voorbereiden op het moment dat ze het in de groep gingen vertellen. Daar ging het uiteindelijk een stuk beter, al voelde ik de blikken van de rest terwijl ze dachten: “Ocharme Bert en Lindsay.”

We hebben toch wel veel steun gehad van onze familie en vrienden. Ik heb er dan ook geen moment spijt van gehad dat we er zo open over zijn geweest. Ik moet er niet aan denken dat Bert en ik dat voor onszelf hadden moeten houden. Ik vrees dat onze relatie daar niet tegen bestand geweest zou zijn.

Lees het vervolg hier

 

2. Hoe het begon…

Snotapen, dat waren we. Twee snotapen die elkaar als 19 jarigen op de kermis hebben leren kennen. Ja, echt waar! We hebben samen kort maar krachtig geprofiteerd van onze jeugd. Maar wat hadden we het thuis slecht! Althans, dat dachten we toen… We waren het allebei beu om klusjes te doen en te moeten luisteren naar onze ouders. “Wat dachten ze wel! We waren wel al volwassen he!”

Na anderhalf jaar gingen we dan ook samenwonen. Een appartement dat van miserie bijna in elkaar stortte, waar de muizen gezellig in en uit kropen en waar we de grote gaten in de muur strategisch bedekten met een nog grotere kast. Maar wat waren we trots! Nu konden we ons bewijzen: zelf onze rekeningen betalen en ons eten klaarmaken. (Al hing ik de eerste dag al aan de telefoon met mijn moeder om te vragen waarom die bloemkool na 5 minuten nog niet gaar was)

De eerste keer samen ons avondeten nuttigen verliep niet echt zoals gepland… Bert zat al ongeduldig te wachten tot ik met het eten naar tafel zou komen. Ik zet een pan met gebakken krieltjes op tafel, draai mij om zodat ik de, eindelijk gare bloemkool van het vuur kan halen en zie daarna tot mijn verbazing alle aardappeltjes op Bert zijn bord liggen! “En ik dan?” vraag ik lichtjes geïrriteerd. “Oh, ik dacht dat dat voor mij was.” reageert hij verbaasd. Ja , je leert elkaar rap kennen als je gaat samenwonen… Les 1: Bert eet veel!

We waren jong, maar al bij al deden we het echt niet slecht: we hadden allebei fulltime werk en droomden al van onze toekomst: we zouden nog wat sparen nu we niet zoveel aan huur moesten betalen en op den duur zouden we graag ons eigen huisje willen kopen. Dat moment kwam toen we 24 jaar waren. Het was zowaar het enige huisje dat we konden betalen en we gingen een zware lening aan bij de bank. Het was heel moeilijk om alles betaald te krijgen die eerste periode… er stonden geregeld pannenkoeken op het menu in plaats van een goeie biefstuk. Maar dat lieten we natuurlijk aan niemand merken, daar waren we immers veel te fier voor. Het was een risico, maar we hadden er vertrouwen in.

Er was nog veel werk aan het huis, maar gelukkig zag Bert daar niet tegenop. We zouden het beetje bij beetje op gaan knappen. Wat mij betreft zouden we bij de slaapkamers beginnen en wel 1 in het bijzonder: een babykamer! Ik droomde al lang van kindjes en kon niet wachten om eraan te beginnen. Ook Bert was eindelijk zover, al was hij volgens mij doodsbenauwd toen ik met de pil stopte 😉

Vanaf dat moment telde ik al uit wanneer het kindje geboren zou worden, moesten we zwanger raken. Lang zou het niet duren dacht ik, want mijn moeder had 5 kinderen en raakte meestal meteen zwanger. Bij ons bleek het iets anders te gaan verlopen…

lees het vervolg hier

%d bloggers liken dit: